Ik herdenk iedere dag de hel die mij het naast aan het hart ligt. Dat ben ik, vind ik, verplicht aan de meer dan honderdduizend Nederlandse Joden die in een paar jaar tijds pijnlijk efficient en vrijwel zonder burgerlijk verzet zijn weggevoerd naar hun destructie, de ''biomassa'' centrales van Treblinka en Sobibor.
Wij Nederlanders verkocht ze gele sterren en treinkaartjes naar de kampen. Stempelde hun Ausweiss met een J, leverde ze uit voor een paar rijksdaalders de neus. Goede mensen die anderen zonder al te veel omhaal kunnen ontdoen van iedere menselijkheid.
“Die Menschlichkeit gehört das Herrenvolk.”
Ik herdenk iedere dag door studie en contemplatie, uit respect maar ook zodat ik de vege tekens kan zien en de patronen leer herkennen, die leiden tot door laarzen met ijzerbeslag, platgetreden, van bloed doordrenkte paden.
Ik herdenk iedere dag. En daardoor kan ik zien dat we, weliswaar niet dezelfde, maar toch soortgelijke paden opnieuw zijn ingeslagen.
Weer worden onschuldige groepen mensen weggezet als ziekteverwekkers. Opnieuw worden we tegen elkaar opgezet door schreeuwende koppen in kranten, politici en talking heads op TV. Opnieuw wordt groepen onschuldige mensen, de toegang ontzegd tot zwembaden en theaters, restaurants en strandstoelen. Opnieuw is er die hatelijke Ausweiss, nu met een J die er uitziet als een sneeuwbui. Opnieuw praat men in Zwitserland ( IKEA ) over een ster, die nu een stickertje is.
Ook nu geen genade voor kleine kinderen en oudjes.
Ook nu is er het ontmenselijken, het schamperen. Ook nu zijn er de valse grapjes, die net zolang grapjes zijn tot ze bittere werkelijkheid worden.
Ook nu de Nederlanders die bij het minste beetje tegenwind overstag gaan en het hoofd buigen voor de Duivel.
Ook nu de cynische koopmansgeest van hufters die munt slaat uit polarisatie en haat, juist in een tijd dat liefde, broederschap en wederzijdse vergeving van onschatbare waarde zijn.
Ook nu zijn er gloednieuwe concentratie (Fema) kampen.
En dan zijn er mensen die bezweren dat we toen en nu niet mogen vergelijken!
Meestal vergezeld van de vreselijkste ad hominems en scheldpartijen.
Ik ben het niet met ze eens.
Vergelijken is ijken.
Vergelijken is leren.
Vergelijken is ingezette sporen doortrekken en volgen waar deze toe leiden.
Maar vergelijken is wel iets anders dan gelijkstellen.
Ik zal nooit de hel van de Shoah gelijkstellen aan de waanzin die nu wordt opgetuigd; dat het inktzwarte pad van de medische apartheid in een volstrekt andere hel eindigt, dan die van 80 jaar geleden is me wel duidelijk. Net zoals de ijshel van de Goelags, anders was dan het stinkende inferno van Rwanda. En die was weer anders dan de hel van de heksenjacht.
Het is meer dan lomp dat sommige mensen, uit onmacht en blinde frustratie teruggrijpen naar de Jodenster om hun ongerustheid te tonen over wat er op dit moment met hen gebeurt.
Die gele ster is heilig. Het is een symbool van een hel die niet de onze is. Een symbool waar we geen recht op hebben.
Maar wat anderen op hun beurt moeten onderkennen, is dat er geen exclusiviteit berust op onmetelijk leed.
En dat een hel niet perse dezelfde vorm hoeft aan te nemen, om gruwelijk te zijn.
Mark Twain sprak ware woorden. De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar ze rijmt altijd.
En op de rijm van vele geschiedenissen kan je feilloos aan zien komen, wat er aan het eind van het liedje te gebeuren staat.
Laten we hopen dat de weg naar de nieuwe Hel snel doodloopt.
Tot die tijd blijf ik herdenken én vergelijken, alsof mijn leven en alles dat ik lief heb er vanaf hangt.
Hielke Roos
Deel overgenomen uit het boek van J Bennink